Na de beleggingsfraude, waarvoor de man in voorarrest werd genomen, pleegde hij, toen zijn voorarrest in 2015 werd geschorst, faillissementsfraude. Dit deed hij door de curator onder valse voorwendselen een blokkade op zijn bankrekening te laten opheffen en daarop inkomsten uit nieuwe verdiensten te ontvangen, die hij niet meldde aan zijn curator. Daardoor werd tijdens zijn faillissement een bedrag van 75.000 euro aan de boedel onttrokken, terwijl deze inkomsten juist door de curator over de gezamenlijke schuldeisers hadden moeten worden verdeeld. Bovendien zette hij meteen zijn beleggingspraktijken voort, waarbij hij de FIOD met een vervalst bankafschrift probeerde te misleiden. Om een belegger, die zijn forse inleg terug wilde hebben, om de tuin te leiden over zijn financiële situatie, pleegde de man bovendien valsheid in geschrifte door het valselijk opmaken van een brief van een advocaat.