De zaak diende eerder bij de kantonrechter in Lelystad en het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Dat hof bepaalde dat het schildersbedrijf aansprakelijk was voor de geleden schade en daarom een schadevergoeding moest betalen. Het schildersbedrijf was het daar niet mee eens, waarna de Hoge Raad zich over de zaak boog. Volgens de Hoge Raad was het hof er ten onrechte van uitgegaan dat voor het antwoord op de vraag of de gezondheidsklachten van de werknemer kunnen zijn veroorzaakt door de blootstelling aan gevaarlijke stoffen, de grootte van de kans daarop niet van belang is. Ook had het hof volgens de Hoge Raad onvoldoende gemotiveerd dat het schildersbedrijf zijn zorgplicht had geschonden. De Hoge Raad heeft de zaak vervolgens verwezen naar het gerechtshof ’s-Hertogenbosch om dit nader te onderzoeken.