De natuurorganisaties vroegen eerder aan de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak om de omgevingsvergunningen te schorsen, zodat de bomenkap voorlopig niet door kon gaan. De Afdeling bestuursrechtspraak kon in die spoedprocedure niet overzien of er inderdaad zo’n ontheffing nodig was, en besloot daarom in november 2017 om de bomenkap voorlopig te schorsen. Maar in de uitspraak van vandaag komt de Afdeling bestuursrechtspraak na grondig onderzoek voor vier deelgebieden tot de conclusie dat een ontheffing niet nodig is, omdat de foerageergebieden en de vliegroutes van de vleermuizen niet worden aangetast door de bomenkap. Voor het vijfde deelgebied is al een ontwerpontheffing opgesteld. De uitkomst in de uitspraak van vandaag is daarom dat de omgevingsvergunningen in stand blijven, zodat de bomenkap alsnog kan doorgaan.