Door de belastingvrijstelling te beperken tot landgoederen die in Nederland
liggen, wordt het vrij verkeer van kapitaal in de Europese Unie beperkt. Die
beperking is naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak
gerechtvaardigd, tenzij het landgoed "een element van het Nederlands
cultuurhistorisch erfgoed vormt en, als het landgoed in Nederland had gelegen,
als landgoed kan worden aangewezen". Omdat daarvan in dit geval geen sprake is,
komt de eigenaar van het landgoed niet in aanmerking voor de
belastingvrijstelling die is verbonden aan de status als Nederlands landgoed,
aldus de Afdeling bestuursrechtspraak.