De belangen in deze zaak zijn groot en tegengesteld. Aan de ene kant staat het belang van de gasconsumenten, die met Gronings gas hun bedrijven gaande houden of hun huizen verwarmen. Aan de andere kant staat het belang van de inwoners van Groningen, die willen dat de gaswinning zo snel mogelijk stopt vanwege de aardbevingen die dat veroorzaakt. De voorzieningenrechter heeft die belangen afgewogen en ziet geen aanleiding de gaswinning op dit moment helemaal stop te zetten of verder terug te brengen. Daarbij weegt zwaar dat de minister heeft gesteld dat er “onacceptabele risico’s” zullen ontstaan als dat gebeurt. Bedrijven kunnen failliet gaan en mensen kunnen hun huizen mogelijk niet meer verwarmen. Daarnaast zou stopzetting of een sterke vermindering van de gaswinning risico’s met zich brengen voor het gasnet en zou het ernstige problemen kunnen veroorzaken voor instellingen als ziekenhuizen en verpleeghuizen. Bovendien zou de winst voor de veiligheid gering zijn als de gaswinning nu sterk wordt beperkt, omdat dit niet direct leidt tot een lager risico op aardbevingen. Ook betrekt de voorzieningenrechter in zijn belangenafweging dat het kabinet besloten heeft om de gaswinning in Groningen op termijn verder af te bouwen en in 2030 geheel te beëindigen.