In de uitspraak gaat de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak, als voorzieningenrechter, voor het eerst in op een arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) van 5 juli 2016. In dat arrest heeft het EHRM geoordeeld dat het hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak in asielzaken, waarin een zogenoemde 'arguable claim' over artikel 3 van het EVRM aan de orde is, geen effectief rechtsmiddel is, omdat in de Nederlandse wet niet is geregeld dat het instellen van hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak in asielzaken automatisch schorsende werking heeft. Dit betekent dat een vreemdeling de behandeling van zijn hoger beroep in principe niet in Nederland mag afwachten en mag worden uitgezet naar zijn land van herkomst. Het EHRM oordeelde dat een vreemdeling daarom niet eerst hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak hoeft in te stellen, voordat hij zich tot het EHRM kan wenden.