Laden...

5 vragen over boetes en gijzeling

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRaad voor de rechtspraak > Nieuws > 5 vragen over boetes en gijzeling
Den Haag, 25 februari 2014

Rechters maken zich zorgen over de groeiende stroom verzoeken van het openbaar ministerie (OM) om mensen die een boete niet betalen tijdelijk op te sluiten. Die zogeheten gijzeling, bedoeld als pressiemiddel voor wanbetalers, wordt volgens kantonrechters steeds vaker gevraagd voor mensen die financieel volledig aan de grond zitten. “Er moet aantoonbaar sprake zijn van onwil, niet van onmacht”, zei voorzitter Frits Bakker van de Raad voor de rechtspraak gisteren in het AD (zie ook Rechters bezorgd over toename verzoeken tot gijzeling). Maar wat betekent dat eigenlijk? Vijf vragen over boetes en gijzeling.

Vinden rechters dat mensen die verkeersovertredingen begaan niet de cel in hoeven?

Wie een verkeersovertreding begaat en daarvoor een bon krijgt, moet in principe betalen. Maar er zijn mensen die echt niet kunnen betalen. Bijvoorbeeld omdat ze in de schuldsanering zitten, failliet zijn verklaard of in scheiding liggen. Wie een boete niet betaalt en geen beroep aantekent, krijgt na diverse aanmaningen een oproep om voor de kantonrechter te verschijnen. Die beoordeelt of deze persoon gegijzeld mag worden. Dat betekent dat de politie hem of haar ophaalt en maximaal 15 dagen opsluit, om tot betaling te prikkelen. Maar als je geen geld hebt, heeft zo’n drukmiddel geen zin. Rechters hebben de indruk dat het bij de verzoeken tot gijzeling steeds vaker gaat om mensen die echt niet kunnen betalen. De Amsterdamse kantonrechters vragen daarom aan het OM en het CJIB (dat de boetes int) om voortaan bij gijzelingsverzoeken aannemelijk te maken dat het gaat om mensen die niet willen betalen. In andere gevallen zijn zij van plan het verzoek tot gijzeling af te wijzen. Daarmee passen de rechters de wet toe. Die zegt nadrukkelijk dat gijzeling bedoeld is voor mensen die wel kunnen, maar niet willen betalen. Met het afwijzen van een gijzelingsverzoek blijft de verplichting om de boete te betalen overigens bestaan. Mocht de veroordeelde in betere doen komen, dan zal hij/zij alsnog moeten betalen.

Als je geld hebt om in een auto te rijden, kan je toch ook een boete te betalen?

Dat klinkt logisch. Het gaat hier echter niet alleen om snelheidsovertreders, maar ook om mensen die bijvoorbeeld door rood fietsen of lopen. En het gaat niet alleen om verkeersboetes, maar ook om overtreding van de Algemeen Plaatselijke Verordening. Denk aan een bon voor fietsen in de winkelstraat, je hond op de verkeerde plaats laten loslopen, wildplassen of slapen op straat. Ook die boetes int het CJIB en ook daarvoor kan je uiteindelijk gegijzeld worden.

Als je geen geld hebt en gegijzeld wordt, is de boete dan voldaan?

Nee. Vroeger kon de kantonrechter ook ‘vervangende hechtenis’ opleggen in plaats van een boete. Maar sinds 2008 is een nieuwe wet van kracht waarmee het OM rechtstreeks boetes kan opleggen. Onder die nieuwe wet is vervangende hechtenis niet mogelijk. Het gevolg is dat boetes die onbetaald blijven uiteindelijk leiden tot een toenemend aantal verzoeken tot gijzeling, waarover de kantonrechter zich moet buigen.

Is het wel in verhouding om mensen voor een lichte overtreding - bijvoorbeeld wildplassen - uiteindelijk te gijzelen?

Dat is precies de vraag die de rechter probeert te beantwoorden als hij een verzoek tot gijzeling krijgt voorgelegd. De rechter doet dit het liefst door op de zitting vragen te stellen aan de overtreder. Maar het probleem is dat relatief weinig mensen tegen wie gijzeling wordt gevraagd, op zitting verschijnen. Het opkomstpercentage ligt tussen de 10 en de 20 procent. Dan is de rechter afhankelijk van de informatie die de officier van justitie geeft. Die informatie is vaak heel beperkt en gaat nauwelijks in op de situatie van de persoon in kwestie. Terwijl de rechter moet oordelen over de inzet van een zwaar middel, namelijk gijzeling.

Kan de rechter ook beoordelen of de boete terecht of onterecht is gegeven?

Nee, de rechter mag bij de verzoeken tot gijzeling niet meer oordelen over de juistheid van de boete. Degenen die beboet zijn, hebben verschillende keren de gelegenheid gehad om beroep in te stellen, maar dat steeds niet gedaan. De rechter mag alleen vaststellen of de persoon in kwestie niet kan of niet wil betalen. Als iemand niet kan betalen, wijst de rechter het verzoek tot gijzeling af.

Uitspraken