Laden...

Raad: ‘Verander systeem voorwaardelijke invrijheidstelling niet zomaar’

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRaad voor de rechtspraak > Nieuws > Raad: ‘Verander systeem voorwaardelijke invrijheidstelling niet zomaar’
Den Haag, 18 juni 2018
De Raad voor de rechtspraak adviseert minister Dekker het wetsvoorstel waarmee het systeem van voorwaardelijke invrijheidstelling wordt aangepast, te heroverwegen. De Raad herkent de geluiden in de samenleving tegen het automatisme van de voorwaardelijke invrijheidstelling waarop de minister het voorstel baseert. Maar als wordt gekeken naar het doel van voorwaardelijke invrijheidsstelling, dan werkt het huidige systeem goed. Dit schrijft de Raad in een vandaag gepubliceerd wetgevingsadvies (pdf, 969,5 KB).

Foto van gevangenis in Vught

De minister wil dat mensen met een lange gevangenisstraf maximaal 2 jaar voor het einde van hun straf voorwaardelijk vrij kunnen komen. Volgens de Raad is dit te kort om deze gevangenen goed te kunnen begeleiden en waar nodig te controleren bij hun terugkeer in de maatschappij en het gevaar op herhaling voldoende te kunnen terugdringen.

Terugkeer in de maatschappij

Nu kan bij lange celstraffen een gevangene na tweederde van zijn straf in aanmerking komen om onder strenge voorwaarden vrij te komen. Voorbeelden van zulke voorwaarden zijn een locatieverbod, alcoholverbod of psychische behandeling. Dekker wil de periode van voorlopige invrijheidsstelling verkorten tot maximaal 2 jaar. De Raad vraagt zich af of dit in sommige gevallen niet te kort is.

Voorbeeld

Iemand die tot 18 jaar cel is veroordeeld kan nu na 12 jaar in aanmerking komen om voorwaardelijk vrij te komen. Na die 12 jaar kan hij gedurende een proeftijd van 6 jaar intensief worden begeleid. Met het nieuwe wetsvoorstel zou de gedetineerde niet na 12, maar na 16 jaar vrijkomen. De voorwaardelijke invrijheidstelling duurt dan nog maar 2 jaar. Worden de voorwaarden overtreden en moet de veroordeelde weer terug naar zijn cel, dan is er na het ondergaan van de resterende 2 jaar gevangenisstraf geen stok achter de deur. De gedetineerde komt dan vrij.

Huidige systeem werkt

Recent onderzoek van de Erasmus School of Law (eur.nl) toont aan dat de huidige praktijk goed werkt. De begeleiding van veroordeelden ten behoeve van hun terugkeer in de maatschappij verloopt zorgvuldig. Er is bij het verlenen van voorwaardelijke invrijheidstelling geen sprake van een automatisme. Per geval wordt gekeken wat een gedetineerde nodig heeft voor een veilige terugkeer in de samenleving waarbij de kans op herhaling zo klein mogelijk is.

Rechter beslist

Het Openbaar Ministerie (OM) beslist welke voorwaarden aan de voorwaardelijke invrijheidstelling worden verbonden. Als iemand tijdens zijn voorwaardelijke invrijheidstelling deze voorwaarden overtreedt, bepaalt nu de rechter of de veroordeelde terug de cel in moet en zo ja, voor hoe lang. In het wetsvoorstel legt de minister deze beslissing volledig bij het Openbaar Ministerie. Dit plan schaadt volgens de Raad de rechtsbescherming van mensen. Een belangrijk onderdeel van de rechtsstaat is dat niemand anders dan de rechter bepaalt of iemand (opnieuw) vast komt te zitten.

Uitspraken