De notarissen erkennen dat zij niet hebben niet gezorgd voor een adequate administratie en controle binnen het kantoor. Volgens de Kamer hadden de notarissen kritischer moeten zijn over de aparte derdengeldenrekeningen die Oranje had geopend. Ook ontbrak elk zicht op de cheques die Oranje – ter compensatie van gedupeerde aandeelhouders – eigenhandig printte en verzond (en een aantal als onbestelbaar retour ontving).
Een van de notarissen heeft daarnaast bij het wijzigen van de statuten van een stichting intern een akte gepasseerd zonder extra onderzoek te doen of een dossiernotitie te maken van die wijziging. Dat had wel gemoeten. Zijn kantoorgenoot Oranje was bij die stichting als bestuurder betrokken: dat vraagt om extra oplettendheid.
Verder hadden de notarissen de derdengeldenrekeningen van het kantoor niet mogen laten gebruiken voor geldbeheer-activiteiten (escrow-activiteiten). De klacht dat de notarissen als bank hebben gefunctioneerd is gegrond.
Het gezag dat Oranje als ervaren notaris en bestuursvoorzitter genoot maakt niet dat hij volledig ongecontroleerd kon handelen. Van geraffineerde malversaties was geen sprake; zijn handelen was eerder brutaal dan briljant.
De notarissen zijn voor het tekort op derdengeldenrekeningen verder niet verantwoordelijk. Het tekort op de derdengeldenrekening dat door Oranje was ontstaan is voldoende snel aangezuiverd.
De klacht over de manier waarop het kantoor anti-witwasfunctionarissen in de organisatie had ingepast is ongegrond.