De veroordeelde man was lid van Liwa al-Quds. Deze militie was één van de belangrijkste en trouwste bondgenoten van het regime. De militie sloeg demonstraties neer, arresteerde op grote schaal demonstranten, oppositieleden en ook gewone burgers. Daarmee droeg zij bij aan de voortdurende staatsagressie en repressie in Syrië jegens de burgerbevolking. Dit geweld was zo wijdverbreid en werd ook stelselmatig uitgevoerd, dat sprake is van misdrijven tegen de menselijkheid.
Aan de zijde van het regime nam de militie ook deel aan de gewapende strijd. De leden van Liwa al-Quds maakten zich schuldig aan oorlogsmisdrijven als plundering en geweld tegen burgers en wederrechtelijke vrijheidsberovingen van burgers. De rechtbank is van oordeel dat Liwa al-Quds een criminele organisatie is die het oogmerk heeft om deze internationale misdrijven te plegen.
Binnen Liwa al-Quds had de veroordeelde tot eind 2017 een leidinggevende positie. Hij leidde gevechtseenheden, werd aangesproken als ‘commandant’, was op vele foto’s direct naast de hoogste leiders van de militie te zien en was een van de vijf leiders van Liwa al-Quds die in 2015 een hoge Russische militaire onderscheiding hebben gekregen. Geplunderde goederen werden onder meer bij het huis van zijn vader opgeslagen.