Volgens de voorzieningenrechter zijn er geen aanknopingspunten voor enige vorm van belangenverstrengeling. Omdat dezelfde partijen bij de verschillende aangiftes zijn betrokken en de achterliggende feiten deels met elkaar zijn verweven, zal het feitenonderzoek logischerwijs ook deels overlappen. Dat betekent nog niet dat de beoordelingen van de aangiftes onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden.
Volgens de voorzieningenrechter is juist sprake van het tegendeel, omdat de Staat door het aanwijzen van twee zaaksofficieren voor de behandeling van de aangiftes een extra waarborg heeft ingebouwd voor een onafhankelijke beoordeling. De rechercheofficier heeft volgens de voorzieningenrechter slechts een coördinerende rol als eindverantwoordelijke, zodat diens betrokkenheid niet leidt tot een ander oordeel.