In juni 2023 gingen de vrouwen en de man naar een drukke kroeg in Nijmegen. De vriendin van de 22-jarige vrouw stond op enig moment erg dicht op het (latere) slachtoffer. Het slachtoffer vroeg haar iets afstand te bewaren, waarna de 22-jarige vrouw zich ermee bemoeide. Ze gaf het slachtoffer een tik tegen haar kin. Het slachtoffer wilde uithalen naar de vrouw, maar werd hard achteruit geduwd door de vriendin. Daarna was het duwen en trekken tussen de vrouw, haar vriendin en het slachtoffer. Ook de 47-jarige vrouw, moeder van de 22-jarige vrouw, bemoeide zich daarmee. De man sloeg het slachtoffer twee keer hard met zijn vuist in de richting van het slachtoffer. Het slachtoffer werd vervolgens aan haar haren getrokken en naar de grond gewerkt. Terwijl zij op de grond lag, werd zij tegen haar lichaam geschopt. Zij raakte door de vechtpartij gewond. 

Aan de man was een poging tot zware mishandeling ten laste gelegd voor schoppen/trappen en slaan/stompen tegen het hoofd en bovenlichaam van het slachtoffer terwijl zij op de grond lag. De rechtbank vindt dit niet bewezen. Op de camerabeelden is dit niet te zien en het slachtoffer en de getuigen hebben hier niet of onvoldoende specifiek over verklaard. De rechtbank spreekt de man daarom vrij van poging tot zware mishandeling.

De rechtbank vindt wel bewezen dat de man zich bij zijn aanhouding verzette en dat hij in de auto bij het overbrengen naar het politiebureau een agent trapte.

De 22-jarige vrouw gaf het slachtoffer uit het niets een klap in het gezicht. Daarmee begon het geweld, dit escaleerde in een vechtpartij. De vechtpartij had veel impact op het slachtoffer die haar gevoel van veiligheid is kwijt raakte. De man en vrouwen hebben bijgedragen aan die gevoelens van angst en onveiligheid. De rechtbank houdt er rekening mee dat de vrouwen oprecht spijt betuigden voor hun handelen. Het lijkt erop dat het bij hen is doorgedrongen dat hun handelen verwerpelijk was. De man zorgde voor escalatie van het geweld, ook later tegen de politie. De rechtbank neemt het hem bijzonder kwalijk dat hij de schuld buiten zichzelf legt.

De man krijgt voor zijn aandeel een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie weken. Daarbij moet de man een taakstraf van 200 uur uitvoeren. Verder moet de man zich melden bij de reclassering en zich tijdens de proeftijd van twee jaar aan een aantal voorwaarden houden. De twee vrouwen hadden een kleiner aandeel in het geweld tegen het slachtoffer. Rekening houdend met hun aandeel krijgt de 47-jarige vrouw een taakstraf van 60 uur en de 22-jarige vrouw een taakstraf van 100 uur.

Tot slot moeten de vrouwen en de man een schadevergoeding aan het slachtoffer betalen van ongeveer 1.500 euro aan materiële schade en 5.000 euro aan smartengeld.

ECLI:NL:RBGEL:2024:5228

ECLI:NL:RBGEL:2024:5244