De man werkte voor een bouwbedrijf en was tussen juni 2021 en februari 2022 de stagebegeleider van het meisje. In die periode vonden er meerdere seksuele handelingen plaats tussen de man en het slachtoffer. Het slachtoffer deed in november 2022 aangifte van seksueel misbruik. 

Volgens de rechtbank is het aannemelijk dat het slachtoffer de seksuele handelingen niet wilde. Maar de rechtbank kan op basis van het dossier en wat er tijdens de rechtszaak ter sprake is gekomen niet vaststellen dat de man het slachtoffer opzettelijk dwong tot het ondergaan van de seksuele handelingen. Door zijn autismespectrumstoornis, in combinatie met het gedrag van het slachtoffer, had de man niet door dat het slachtoffer zich in een afhankelijke positie bevond en zich gedwongen voelde. De rechtbank spreekt de man daarom vrij van verkrachting. 

De rechtbank veroordeelt de man wel voor ontucht. Dat er seksuele handelingen plaatsvonden staat vast. De man is meer dan 25 jaar ouder dan het destijds minderjarige slachtoffer. De relatie tussen hen was ongelijkwaardig doordat de man haar begeleider was, ook al voelde dit voor de man toentertijd anders Het ondergaan van de seksuele handelingen hadden een grote impact op haar. Zo kampt zij nog steeds met psychische problemen. 

Hoewel de rechtbank kijkend naar de ernst van dit delict een onvoorwaardelijke celstraf gerechtvaardigd vindt, oordeelt ze dat dit in dit geval niet passend is. Zo heeft de man al veel negatieve consequenties ondervonden en een lange gevangenisstraf zouden de positieve ontwikkelingen van de afgelopen tijd doorkruisen.

De rechtbank houdt bij het bepalen van de straf rekening met het reclasseringsadvies. Uit dit advies blijkt dat de man worstelt met depressieve gevoelens en grote schaamte. Ook had hij last van suïcidale gedachten. Verder is autisme vastgesteld. De reclassering schat het risico op herhaling in als laag. De rechtbank verbindt daarom bijzondere voorwaarden aan het voorwaardelijk deel van de staf, met een proeftijd van 3 jaar. De straf valt lager uit dan de eis van het OM, omdat de rechtbank de man vrijspreekt van verkrachting. 

Tot slot moet de man een schadevergoeding aan het slachtoffer betalen. Het gaat hierbij om ruim 20 duizend euro aan materiële schade en 5 duizend euro aan smartengeld.