Volgens eisers had de gemeente onvoldoende onderzocht wat de gevolgen zijn van het zonnepark op de flora en fauna. Concreet zeggen zij dat er op de grond beschermde vogels leven en de grond ook gebruikt wordt door een das. Eisers kunnen echter in rechte niet opkomen voor de belangen van de vogels en de dassen. Het betoog van eisers ziet op soortenbescherming in de zin van de Wet natuurbescherming. Dit is een algemeen belang, waarvoor zij alleen in rechte zouden kunnen opkomen als er sprake is van een bepaalde verwevenheid van dit algemene belang met het behoud van een goede kwaliteit van hun directe woon- en leefomgeving. Die verwevenheid is er in dit geval niet, omdat de afstand van het geplande zonnepark tot de woningen van eisers hemelsbreed te groot is. Ook is van belang dat de door eisers verrichte bedrijfsactiviteiten niet worden beïnvloed door de instandhouding van de beschermde diersoorten binnen het plangebied, zodat ook om die reden geen verwevenheid bestaat.