Laden...

Schorsing polsstokhoogspringer blijft van kracht

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Gelderland > Nieuws > Schorsing polsstokhoogspringer blijft van kracht
Arnhem , 21 juli 2015

De 22-jarige polsstokhoogspringer Rutger Koppelaar is op 31 mei 2014 na afloop van een wedstrijd in Duitsland getest op dopinggebruik. Bij laboratoriumonderzoek van urinemonsters zijn daarbij verboden stoffen vastgesteld. Op 9 december 2014 heeft de tuchtcommissie van de Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie (KNAU) bewezen verklaard dat eiser het Dopingreglement heeft overtreden en hem de straf van uitsluiting voor de periode van twee jaar opgelegd. De atleet is daartegen niet in hoger beroep gegaan.

Schorsing en getuigen horen

Koppelaar vordert nu schorsing van de door de tuchtcommissie opgelegde schorsing en verzoekt ook om getuigen te horen in een voorlopig getuigenverhoor. Hij vindt dat de uitspraak van de tuchtcommissie moet worden vernietigd omdat die in strijd is met de eisen van redelijkheid en billijkheid. Volgens Koppelaar is in de gehele procedure van afname van urine tot en met het analyseren daarvan in het laboratorium herhaaldelijk afgeweken van Internationale Standaards. Volgens hem mocht de tuchtcommissie niet de bewijsregels van het Dopingreglement toepassen omdat het onderzoek niet zorgvuldig is geweest. Daarin krijgt hij ongelijk.

Lid KNAU

De polsstokhoogspringer heeft gebondenheid aan het Dopingreglement en dus ook gebondenheid aan de bewijsregels daarin aanvaard door lid te worden van de Atletiekunie. Volgens die bewijsregels zijn de controleresultaten juist geldig ook al is in de procedure van Internationale Standaarden afgeweken, tenzij hij aantoont dat zodanig van die Standaarden is afgeweken dat redelijkerwijs mag worden aangenomen dat de afwijkingen het belastende analyseresultaat hebben veroorzaakt.

Koppelaar kan dus niet volstaan met het stellen en aantonen van afwijkingen, maar zal met concrete feiten en omstandigheden aannemelijk moeten maken dat en hoe die afwijkingen ertoe hebben kunnen leiden dat verboden stoffen in de urinemonsters zijn vastgesteld. Dat heeft eiser niet gedaan, niet in de tuchtprocedure en ook niet in deze procedure.

Daarom kan nu niet worden aangenomen dat gebondenheid van eiser aan de beslissing van de tuchtcommissie naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet aanvaardbaar zou zijn. En daarom kan nu ook niet worden geoordeeld dat die beslissing vernietigbaar is. Voor schorsing van de door de tuchtcommissie opgelegde schorsing, vooruitlopend op een oordeel van de bodemrechter over de vernietigbaarheid, is daarom geen grond.

Belangenafweging

Het belang van Koppelaar om weer te kunnen trainen om zich te kwalificeren voor de Olympische Spelen van 2016 weegt niet zwaarder dan het belang van de Atletiekunie dat leden die positief getest zijn op doping en op die grond een straf van schorsing opgelegd hebben gekregen niet langer kunnen deelnemen aan wedstrijden.

Wel moet de atleet de gelegenheid krijgen in een voorlopig getuigenverhoor door het doen horen van getuigen bewijs te leveren van de onzorgvuldigheden in de procedure en de mogelijke gevolgen daarvan voor de uitslag van de dopingtest.

De volledige uitspraak is via onderstaand ECLI-nummer te lezen.

Uitspraken