De rechtbank stelt vast dat wetenschappelijk onderzoek naar de manier van afbouwen van antidepressiva ontbreekt. Wel bestaat er daarover een document dat is opgesteld door de patiëntenvereniging en diverse beroepsgroepen van huisartsen, psychiaters en farmaceuten. De rechtbank oordeelt dat dit document ‘de huidige stand van de wetenschap en praktijk’ bevat en dus gevolgd moet worden. Het document schrijft in alle gevallen afbouw in stappen voor, in plaats van het in 1 keer stoppen met antidepressiva. De snelheid van afbouw is wisselend. Dat kan vaak met bestaande medicijnen. Vergoeding van de duurdere, speciaal door een apotheker bereide medicijnen is dan voor VGZ niet verplicht. Alleen bij een verhoogd risico op klachten wordt afbouw in kleine stappen per week voorgeschreven. Daarbij moeten uiteindelijk doseringen worden gebruikt die kleiner zijn dan de standaard verkrijgbare pillen. Vloeibare antidepressiva zijn daarvoor geen alternatief, vanwege de risico’s en bezwaren die daaraan verbonden zijn, tenzij een arts anders oordeelt. Zolang geen andere geregistreerde standaardmedicijnen voor die laatste stappen verkrijgbaar zijn, moet VGZ de door de apotheker speciaal bereide weekdoseringen in die gevallen daarom wel vergoeden. Dat zal dan ook gelden voor dagdoseringen of taperingstrips, als het gebruik daarvan per week niet duurder is dan het gebruik van weekdoseringen.