De rechtbank oordeelt dat de gezondheid van de runderen is aangetast, omdat zij niet de nodige zorg kregen. Volgens de rechtbank is dit de schuld van de man. Tijdens de inspectie in oktober 2017 was de veehouder al enige tijd niet meer in staat om voor zijn dieren te zorgen. Dit was een gevolg van complicaties bij een dwarslaesie die hij eerder aan een ongeval had overgehouden. Ook zijn vrouw, die de zorg voor de dieren toen voor haar rekening nam, was inmiddels ver in de zeventig en was ook moeilijk ter been.
De rechtbank oordeelt verder dat de veehouder eerder agrarische bijstand heeft moeten inschakelen. Door dit niet te doen, nam hij het risico dat de dieren niet de verzorging zouden krijgen die zij nodig hadden. Ondanks de waarschuwing en bestuursrechtelijke maatregelen bleek dat hij op 30 januari 2018 nog steeds geen hulp had ingeschakeld en de verzorging van zijn vee nog steeds niet op orde had. Volgens de rechtbank is in beide gevallen sprake van voorwaardelijk opzet voor het onvoldoende zorgdragen voor het welzijn van zijn dieren. Omdat de man het bedrijf samen met zijn vrouw runde en zij ook voor de dieren zorgde, vindt de rechtbank ook medeplegen bewezen. Dat wil zeggen dat de vrouw zich ook schuldig maakte aan deze strafbare feiten.