Voor storten van granuliet is in beginsel een vergunning nodig. Die vergunning is echter niet nodig als het granuliet grond is en een afvalstof is ‘die nuttig wordt toegepast’, zoals dit in jurisprudentie wordt omschreven.
De voorzieningenrechter komt tot het voorlopige oordeel dat het granuliet inderdaad als grond en als afvalstof moet worden aangemerkt. De vraag of het granuliet nuttig wordt toegepast is echter te complex om te beantwoorden in deze voorlopige voorzieningenprocedure. Er zijn geen aanknopingspunten dat de stort van het granuliet leidt tot onaanvaardbare verontreiniging van Over de Maas. Daarom wegen de belangen van de gemeente onvoldoende om de stort van granuliet stil te leggen. De stort van granuliet mag daarom voorlopig doorgaan.