De rechtbank heeft geoordeeld dat het college een tijdelijke vergunning mocht verlenen ook al is de behoefte aan evenementen niet tijdelijk en werd het terrein voorheen ook al voor evenementen gebruikt. De rechtbank vindt verder dat het college de omgevingsvergunning, na een afweging van de belangen van de omwonenden tegenover de belangen die zijn gemoeid met het mogelijk maken van de evenementen, mocht verlenen.
Daarbij heeft de rechtbank gekeken naar de regels die aan de vergunning zijn verbonden om de overlast voor de omwonenden te beperken, zoals de geluidnormen die voor de diverse categorieën evenementen gelden, de begrenzing van de duur en omvang van de evenementen en de rustperiodes tussen evenementen.