Op 10 januari proberen agenten in Baarn verdachte aan te houden, nadat hij bij het zien van de politiewagen zijn auto omkeerde. De verdachte negeerde het stopteken, waarna de politie hem probeerde klem te rijden. Verdachte probeerde te ontkomen en stuurde zijn auto naar links, waarna zijn auto tegen de politiewagen botste. De verdachte verklaarde later dat hij schrok en bang was aangehouden te worden.

De rechtbank oordeelt verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging van de twee agenten door met de zijkant van zijn auto tegen de politiewagen aan te rijden. Door zo te handelen heeft hij ernstige vrees aangejaagd bij de agenten die in de politiewagen zaten. Daarnaast heeft verdachte met zijn rijgedrag ook de verkeersveiligheid van andere weggebruikers in gevaar gebracht. Dit alles vond plaats terwijl de verdachte niet in bezit was van een rijbewijs en dat rekent de rechtbank hem aan.

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van bijna 6 maanden (171 dagen), waarvan 2 maanden (60 dagen) voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Ook krijgt hij een rijontzegging van 2 jaar. Daarnaast is de verdachte verplicht mee te werken aan het traject van de reclassering en moet hij op zoek gaan naar een nuttige dagbesteding, zo oordeelt de rechtbank. Deze speciale voorwaarden zijn erop gericht dat de verdachte zijn leven beter gaat organiseren, en in de toekomst niet meer de fout in gaat.

De opgelegde straf is lager dan de eis van het Openbaar Ministerie, omdat de verdachte is vrijgesproken van de poging tot zware mishandeling. Op basis van het dossier kon namelijk niet worden vastgesteld dat er een aanmerkelijke kans was dat de agenten door de botsing zwaar lichamelijk letsel hadden kunnen oplopen. Het dossier bevat daarover te weinig informatie, bijvoorbeeld over de snelheid waarmee de verdachte reed.