José maakt heel wat van de fietsconfrontatie, maar
zoveel stelde het niet voor, vindt Paula. ‘Zij riep iets over mijn
kankermoeder en toen ben ik omgekeerd. We zijn allebei afgestapt. Zij
duwde, ik duwde.’ Een getuige vertelt een ander verhaal, zegt de
rechter. Paula: ‘De getuige zegt dat ik José heb geslagen, maar zij
stond achter ons. Ik heb José tegen haar schouder geduwd. Ik kan
begrijpen dat dat op een klap lijkt.’ ‘Is ze toen gevallen?’, vraagt de
rechter. ‘Ja, toen ik haar duwde, struikelde ze over de fiets die achter
haar lag. Mijn vriend heeft mij toen weggetrokken.’ De rechter: ‘De
getuige zegt dat u José van de fiets hebt getrokken. Zij zegt dat ze u
zag slaan, niet dat u schopte. Dat laatste zegt José wel. U trapte en u
zou haar op de grond hebben geslagen. Ze zou ook zwanger zijn geweest.’
‘Dat was ze niet en ik heb haar niet geslagen. Waar zijn de foto’s?’ De
rechter: ‘Die heb ik niet gezien, maar een agent schrijft dat de
oogkassen van José licht waren opgezwollen en verkleurd.’ Paula: ‘Haar
vriend mishandelt haar.’