Het recht op betoging is neergelegd in artikel 11, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en fundamentele vrijheden (EVRM) en artikel 9, eerste lid, van de Grondwet. Uit artikel 11, tweede lid, van het EVRM volg dat een beperking van het recht op betoging alleen is toegestaan als de beperking is voorzien bij de wet en die beperking in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van onder andere het voorkomen van wanordelijkheden en voor de bescherming van de gezondheid of de goede zeden.