Laden...

Op de rol: 'U doet stoer, maar wilt u echt vier maanden zitten?'

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Noord-Nederland > Nieuws > Op de rol: 'U doet stoer, maar wilt u echt vier maanden zitten?'
Groningen, 14 augustus 2024

Joey (31)* krijgt in de zomer van 2021 een celstraf van 18 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk. Hij heeft in Groningen een man afgeperst door hem naar een woning te lokken voor seks en onder bedreiging van een mes te dwingen om ‘te betalen’. Ook had hij de man geappt dat hij diens familie zou vertellen over zijn ‘pedofiele contacten’. ‘Betaal ons 2x een klein bedrag en dan laten we alles gaan.’

Joey moet dus tien maanden brommen. Als hij binnen zijn proeftijd van drie jaar weer de fout ingaat (dat zijn de algemene voorwaarden) of als hij zich niet houdt aan de afspraken met de reclassering (de bijzondere voorwaarden), dan loopt hij de kans weer achter slot en grendel te belanden. Nadat het een tijd goed gaat, wordt Joey eind januari 2024 vastgezet omdat hij zich niet heeft gehouden aan de afspraken met de reclassering. Joey vindt zelf ook dat hij achteruit gaat. Nog steeds wil hij hulp. Eind maart mag hij van de rechter weer naar buiten. Van de acht maanden voorwaardelijk hangen er dan nog zes boven zijn hoofd.

Gelogen

Joey spreekt met de reclassering af dat hij, in afwachting van een begeleid wonenplek, intrekt bij zijn schoonouders. Dat loopt fout. Begin mei geeft hij zijn vriendin een klap. De politie pakt hem op. De rechter vindt dat Joey vier weken moet zitten, én hij geeft hem vier weken extra voorwaardelijk. Ook vindt de rechter dat hij met het plegen van dit nieuwe strafbare feit zijn algemene voorwaarden heeft overtreden. Van de nog zes maanden die boven zijn hoofd hingen, moet hij er twee uitzitten. Maar daar blijft het niet bij, want de reclassering heeft over de tijd die Joey doorbracht bij zijn schoonouders nog een appeltje met hem te schillen. Ook toen zou hij de bijzondere voorwaarden hebben overtreden. Reden voor het Openbaar Ministerie om vandaag te eisen dat Joey de overgebleven vier maanden van zijn voorwaardelijke straf voor de afpersing in 2021 moet uitzitten. Een heel verhaal.

ANWB

Joey wordt door twee politieagenten de Groningse rechtszaal binnengebracht. Hij zit namelijk nog vast in Veenhuizen voor de klap die hij zijn (ex)vriendin heeft gegeven. Ze zit trouwens achter hem in de zaal. Zijn raadsvrouw is niet in de rechtszaal. Haar auto heeft het op de A6 begeven. Politierechter Van der Werff is van het praktische soort: dan maar telefonisch. Ze legt haar telefoon dicht bij een microfoon, waardoor raadsvrouw Batavier de zitting vanaf de bergingswagen van de ANWB kan volgen. Joey is blij dat de zitting doorgaat, maar ‘een beetje verrassend’ vindt hij het wel dat hij nu wéér door de reclassering op het matje wordt geroepen. ‘Een beetje flauw van de reclassering’, zegt raadsvrouw Batavier. ‘Want hij heeft zelf voortdurend aan de bel getrokken.’

Dakloos

‘Ik heb allerlei rapportages gelezen waarin de reclassering zegt dat ze het niet meer zien zitten met u. Ze zeggen dat u niet eerlijk was. Ze dachten dat u op straat leefde, terwijl u bij uw schoonouders zou mogen wonen. Wat is er gebeurd?’, vraagt politierechter Van der Werff. Joey: ‘Ik ben bij mijn schoonouders gaan wonen. Dat was een foute beslissing. Ik had een ritme opgebouwd in de gevangenis. Ik had veel stress: ik moest plassen voor de middelencontrole, ik had mijn afspraken met de reclassering. We hadden een baby. Er waren veel irritaties.’ De rechter: ‘De reclassering wilde dat u naar begeleid wonen zou gaan.’ Joey: ‘Er was geen plek. Ik heb zelf de daklozenopvang gebeld, of ik daar kon slapen. Zelfs daar was geen plek. Maar ik wist: als ik langer in dit huis blijf, dan gaat het fout. Ik heb toen tegen de reclassering gezegd dat ik dakloos was, in de hoop dat er sneller opvang gevonden kon worden. Misschien was dat niet slim, maar ik heb mij nooit bedacht dat ik daarvoor vier maanden zou moeten zitten.’

Stoer

De reclassering schrijft in mei van dit jaar in een rapport dat ze geen zaken meer willen doen met hem. Joey vraagt zich af waarom ze dan overmorgen bij hem langskomen voor een intake van begeleid wonen. ‘Maar ze willen wél dat ik weer vier maanden ga zitten. Ik kan heel makkelijk zeggen: geef mij maar die vier maanden, dan ben ik overal vanaf.’ De rechter: ‘U doet nu stoer, maar wilt u echt vier maanden zitten?’ Joey: ‘Nee, natuurlijk niet. Ik heb een baby van zeven maanden. Ik wil huisvesting, ik wil therapie. Ik zit in de gevangenis tussen mensen met 30 jaar, 14 jaar, tbs met dwang. Ze zeggen: “Joh, vier maanden wat is dat nou?” Maar ik wil mijn leven beteren.’ 

Beeld

Joey is bang dat de rapporten van de reclassering dat onmogelijk maken. 'Want als je dit leest, dan krijg je het beeld van een jongen die alles bij elkaar liegt.' De Groningse politierechter: 'Ik heb óók gelezen dat er heel veel dingen wél goed zijn gegaan en dat u heel veel heeft geprobeerd en heel graag wilt. Alleen dat lukt niet altijd. En dat is niet omdat u wilt dat het niet lukt, maar omdat het gewoon niet lukt.' Joey: 'Ja, dat is het spijtige hiervan. Ik neem de volledige verantwoordelijkheid voor de dingen die ik heb gedaan en daarover ga ik niet liegen. Maar ik heb aan elke bel getrokken waar je maar aan kan trekken.'

Opvoeding

De reclassering is er vandaag niet bij. Dat is een handicap, vindt officier van justitie De Jong. ‘Juist omdat ik best wil geloven dat mijnheer de beste bedoelingen heeft.’ Tegelijk heeft Joey zich niet aan de afspraken gehouden, en dat kan ook niet door de beugel. De officier: ‘Ik heb gezien dat er nog 126 dagen openstaan in deze zaak. Ik vraag om 66 dagen. Alle bijzondere voorwaarden zouden moeten vervallen, met uitzondering van het verbod om contact te onderhouden met het slachtoffer in de oude afpersingszaak. Mijnheer zou zijn eigen zaken moeten regelen.’ Raadsvrouw Batavier vindt dat de bijzondere voorwaarden juist wél in stand moeten blijven. De raadsvrouw: ‘Mijn cliënt wil júist begeleiding van de reclassering. De reclassering staat daarvoor open. Waarom zouden ze anders een nieuwe reclasseerder hebben aangesteld?’

Woonruimte

Raadvrouw Batavier zou willen dat de rechter de vordering van de officier afwijst. Als de rechter dat te ver vindt gaan, dan zou ze de zaak moeten aanhouden en de reclassering moeten oproepen om tekst en uitleg te geven. 'Ik vind het tekenend dat de reclassering er vandaag niet bij is.' Officier van justitie De Jong vindt het geen gek idee om de reclassering op het matje te roepen. 'Er ligt een rapport uit mei, maar de situatie is volgens de verdachte en de raadsvrouw anders. Het is mij onvoldoende duidelijk hoe het er nu voorstaat.' Politierechter Van der Werff vindt het helemaal niet nodig om de zaak aan te houden. Ze wijst de vordering van de officier gewoon af. De rechter: 'Het gaat om een oude straf. U hebt uw best gedaan om er wat van te maken. Het ging niet altijd goed. Daarom hebt u ook vier van de acht voorwaardelijke maanden vastgezeten. De reclassering zegt dat u niet eerlijk bent geweest over uw verblijfplaats. U bent ook niet eerlijk geweest, dat geeft u toe, maar u hebt uitgelegd waarom. Ik moet zeggen dat ik dat wel begrijp. U hoopte dat de zoektocht naar woonruimte in een stroomversnelling zou komen. Ik wil aannemen dat de reclassering ervan uitgaat dat ze verder met u moeten, en ik vind ook dat ze dat moeten.' De rechter verandert niets aan de bijzondere voorwaarden. 

* Dit is niet zijn echte naam.

Lees hier meer 'Op de Rol'-verhalen.

Uitspraken