De man was in november vorig jaar met een vriendin op bezoek bij haar moeder in Beek en Donk. Op enig moment kregen zij ruzie en werd de man naar buiten gestuurd. Even later klom hij via een raam weer naar binnen en stichtte daar in de woonkamer brand. De vriendin en haar moeder waren toen al niet meer binnen. Er was sprake van een felle brand met veel rookontwikkeling waarbij de kamer met inboedel nagenoeg helemaal uitbrandde en een deel van de woning roetschade opliep. Nadat de man de woning verliet, sloeg hij een buitenlamp van de buren van de muur.
De rechtbank houdt bij het bepalen van de straf rekening met het persoonlijk leed en de grote materiële en financiële schade voor de moeder. De woning is maanden onbewoonbaar geweest en een groot deel van de inboedel, waaronder ook spullen met een dierbare herinnering, is verloren gegaan. Dat er tijdens de brand niemand in de woning of in de woning van de buren aanwezig was, is slechts een kwestie van geluk geweest. Verder weegt de rechtbank mee dat uit een psychologisch rapport blijkt dat de verdachte een zeer beschadigd persoon is. Een snelle behandeling van zijn problematiek is dringend gewenst. De rechtbank koppelt daarom aan de deels voorwaardelijke celstraf een aantal bijzondere voorwaarden. Zo moet de man deelnemen aan een gedragsinterventie en krijgt hij een drugs- en alcoholverbod en meldplicht bij de reclassering.