Volgens de rechtbank staat vast dat de verdachten honderden mensen hebben
opgelicht door het overgrote deel van het inleggeld niet -zoals voorgespiegeld
en overeengekomen- te besteden aan Amerikaanse levenpolissen, maar aan andere
zaken zoals onroerend goed, auto’s en duurbetaalde adviseurs. In totaal ontving
het Easy Life-concern, dat bestaat uit diverse rechtspersonen, in de periode van
september 2006 tot en met augustus 2008 ruim 42 miljoen euro aan inleggelden.
Daarvan werd voor zo’n 9 miljoen euro aan polissen gekocht.
De financiële administratie in het concern werd volgens de rechtbank van meet
af aan op ondoorzichtige en onverantwoorde wijze gevoerd. Er was nauwelijks of
geen zicht op de geldstromen. Ook was de bedrijfsvoering er niet op gericht om
inleggelden zoveel mogelijk te besteden aan het kopen van levenpolissen. De
verdachten wisten of konden weten dat het zo snel en zo veel mogelijk kopen van
levenpolissen noodzakelijk was om alle verplichtingen aan de inleggers te kunnen
nakomen.
Op een gegeven moment werden de schulden aan de inleggers en andere
crediteuren betaald met het geld van nieuwe inleggers. Toen het gat tussen de
inleg en de gelden die werden besteed aan levenpolissen werd ontdekt, moest een
aanzienlijk deel van de inleggelden worden gebruikt om het bedrijf te saneren.
Nog steeds werd door verdachten bij lange na niet 70 tot 100% van het inleggeld
besteed aan het kopen van levenpolissen, wat de inleggers wel was toegezegd.
Door op deze onverantwoorde en lichtzinnige wijze het bedrijf te besturen,
moet het de verdachten duidelijk zijn geweest dat het niet mogelijk was de
contractuele verplichtingen aan de inleggers (op den duur) na te komen.