De OR merkte op enig moment dat het vervoersbedrijf ook een wijziging had
aangebracht in de cameratoezichtregeling, omdat Hermes meer dan incidenteel de
beelden van die camera’s gebruikte tegen medewerkers.
De OR is van mening dat camerabeelden alleen (rechtspositioneel) tegen
chauffeurs mogen worden gebruikt in geval van een redelijk vermoeden van een
misdrijf of betrokkenheid daarbij. Volgens de OR is over deze kwestie uitvoerig
intern onderhandeld en is die inperking uiteindelijk ook in de regeling
opgenomen.
Volgens Hermes worden camerabeelden alleen gebruikt als er sprake zou zijn
van laakbaar gedrag, zoals het roken van een sigaret in de bus, gebruiken van
een mobiele telefoon tijdens het rijden of onjuiste bejegening van een reiziger.
De kantonrechter oordeelt dat Hermes de regeling over het cameratoezicht
weliswaar niet heeft gewijzigd, maar wel te ruim uitlegt. Vanwege die te ruime
uitleg verbiedt de kantonrechter het vervoersbedrijf met onmiddellijke ingang om
camerabeelden tegen haar werknemers te gebruiken. De camerabeelden mogen -zoals
in de regeling is opgenomen- alleen gebruikt worden bij een formele aangifte van
een misdrijf of betrokkenheid daarbij of wanneer de beelden opgevraagd worden
door politie of justitie.