De man veroorzaakte een aanrijding waarbij een jonge vrouw in de bloei van haar 
leven overleed. De dood van de vrouw leidde tot onnoembaar groot verdriet bij 
haar ouders, broer en zus en andere nabestaanden. Voor het veroorzaken van een 
dodelijk verkeersongeval zou volgens de richtlijnen een forse 
taakstraf en een 
rijontzegging passend zijn. De 
rechtbank ziet omstandigheden om hier in dit 
geval van af te wijken. De 
rechtbank wil daarbij niet te kort doen aan het 
verdriet van de nabestaanden en houdt er rekening mee dat geen enkele straf de 
fatale gevolgen van de verkeersfout ongedaan kan maken.
 
Bij de bepaling van de straf weegt de rechtbank mee dat de man als lid 
van het arrestatieteam met spoed op weg was naar een levensbedreigende situatie, 
waarbij hij in het belang van de veiligheid van anderen ook voor zichzelf 
risico’s heeft genomen. Verder stelde de rechtbank tijdens de zitting vast dat 
de man erg is aangeslagen door de dood van de vrouw en dat hij oprecht meeleeft 
met de nabestaanden. Hij zal moeten leven met het besef dat door zijn rijgedrag 
een jonge vrouw is overleden. Daarnaast houdt de rechtbank er rekening mee dat 
de man weliswaar zelf verantwoordelijk is voor zijn rijgedrag, maar handelde 
volgens de werkwijze van het team. De rechtbank merkt daarbij op dat die 
werkwijze na het verkeersongeval is aangepast. Daarom vindt de rechtbank een 
voorwaardelijke rijontzegging van zes maanden met een proeftijd van twee jaar op 
zijn plaats.