Een psychiater en een psycholoog hebben de man onderzocht. Uit hun rapport komt -kort gezegd- naar voren dat de man een ziekelijke stoornis heeft. Er zijn volgens de deskundigen sterke aanwijzingen dat de man voorafgaand aan de poging tot ontvoering getriggerd is door enkele persoonlijke verliezen. Hij werd een aantal dagen voorafgaand aan de poging tot vrijheidsberoving opgenomen in het ziekenhuis met een insult als gevolg van de onttrekking van alcohol. De dagen nadien zagen de medewerkers van de opvang waar de man verbleef, aanwijzingen dat hij stemmen hoorde en dat hij hallucinaties en waanbeelden had. Als gevolg van plotselinge volledige onthouding van alcohol met daarna opnieuw excessief misbruik van alcohol raakte de man psychotisch. Zijn GGZ-behandelaar kon op de dag dat hij probeerde het meisje te pakken geen contact met hem krijgen. Volgens de deskundigen was de man volledig psychotisch toen hij het kind probeerde te ontvoeren. Hij verkeerde in de waan dat het zijn kind was. Zij adviseren de man volledig ontoerekeningsvatbaar te beschouwen. De rechtbank heeft de deskundigen tijdens een zitting uitgebreid bevraagd over hun conclusies en adviezen. De rechtbank neemt de conclusies van de deskundigen over. Dat betekent dat de man de poging tot ontvoering niet kan worden aangerekend en daarom ontslaat de rechtbank de man van alle rechtsvervolging.
De rechtbank oordeelt dat de verdachte een gevaar voor anderen kan opleveren als hij niet zou worden behandeld voor zijn alcoholafhankelijkheid. Daarom bepaalt de rechtbank dat de man 1 jaar gedwongen opgenomen wordt in een psychiatrisch ziekenhuis.