De man vroeg in mei 2016 een omgevingsvergunning aan voor de bouw van een mantelzorgwoning op zijn perceel, vlakbij het huis. De gemeente Eersel verleende die vergunning in eerste instantie en week daarmee af van het bestemmingsplan, want op die locatie geldt de bestemming ‘Bos’. Intussen verkochten de man en zijn vrouw het huis en het perceel aan een bevriende familie die hun mantelzorg wil gaan verlenen. De buurman maakte echter bezwaar tegen de verleende vergunning. In mei van dit jaar trok de gemeente de vergunning voor de bouw van de mantelzorgwoning weer in. Daarop stapte de man naar de rechter. Inmiddels is de buurman overleden en zette zijn erfgename de procedure voort. Zij heeft de woning inmiddels verkocht. De nieuwe buren hebben geen bezwaar zolang de mantelzorgwoning op 3 meter van hun perceel wordt gebouwd.
Volgens de aanvrager houdt de gemeente zich niet aan haar beleidsregels en stelt zij bovendien veel te zware eisen aan de behoefte aan mantelzorg. Een verklaring van een huisarts, zoals hij heeft overlegd, is volgens hem voldoende. De gemeente stelt wel degelijk recht te hebben om de vergunning weer in te trekken. In het advies van de commissie bezwaarschriften staat dat de gemeente alleen kan afwijken van de eigen beleidsregels als sprake is van bijzondere omstandigheden. Dit geldt – in tegenstelling tot wat de gemeente in eerste instantie besloot – niet voor het afwijken van de bestemming ‘Bos’. Verder merkt de gemeente op dat de man met de verklaring van de huisarts niet heeft onderbouwd waarom mantelzorg noodzakelijk is. Daarom heeft de gemeente de vergunning weer ingetrokken.