Het gaat om een langdurig conflict tussen het recreatiepark en omwonenden. De burgemeester van de gemeente Haaren verleende in september 2014 een exploitatievergunning aan Duinoord. Omwonenden stapten ook toen naar de rechter. De rechtbank verklaarde in augustus 2015 het beroep van de omwonenden gegrond en vernietigde de vergunning. In september 2015 verleende de burgemeester een nieuwe vergunning aan Duinoord. In hoger beroep eind 2016 bevestigde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State echter de uitspraak van de rechtbank en werd ook de nieuwe vergunning vernietigd. De locoburgemeester verleende vervolgens in maart van dit jaar opnieuw een exploitatievergunning, waarop de omwonenden opnieuw bezwaar maakten en de rechter vroegen een voorlopige voorziening te treffen. Zij wilden dat Duinoord dicht zou blijven tot de burgemeester op hun bezwaar had beslist.
Volgens de locoburgemeester zijn aan de nieuwe vergunning voorschriften verbonden die voldoen aan de door de Afdeling in haar uitspraak gegeven opdracht om (parkeer)overlast te voorkomen. Ook wordt de woon- en leefsituatie in de omgeving van Duinoord niet (meer) op ontoelaatbare wijze beïnvloed. De omwonenden stellen dat met de nieuwe vergunning de door Duinoord veroorzaakte ontoelaatbare parkeeroverlast niet wordt voorkomen. De voorschriften leiden volgens hen niet tot minder verkeersoverlast.