De omwonenden vrezen – kort gezegd – onder meer dat zij te maken zullen krijgen met geluidsoverlast, trillinghinder en uitstoot van zogeheten endotoxinen. Volgens de rechtbank is die vrees terecht. Zij zal in dit geval niet zelf in de zaak voorzien, ook krijgt het college geen kans om het gebrek in de vergunning alsnog te herstellen. Dit is namelijk niet mogelijk. De rechtbank vernietigt daarom de verleende vergunning. De rechtbank zou wat betreft de geluidsoverlast en de trillinghinder wel voorschriften kunnen bepalen die de omwonenden bescherming zouden bieden. Maar dat neemt niet weg dat de vergunning een onaanvaardbaar gezondheidsrisico met zich meebrengt. Het college had de aanvraag voor de vergunning, inclusief alle aanvullingen, moeten weigeren vanwege te hoge uitstoot van endotoxinen.
De enige oplossingen die de rechtbank ziet om te voorkomen dat er sprake zal zijn van een te hoge uitstoot, zijn een vermindering van het vergunde aantal dieren of een verplaatsing van het emissiepunt; het punt waar de stoffen naar buiten komen. In beide gevallen moet de aanvraag echter worden aangepast en zijn er gevolgen voor de vaststelling van geurhinder vanwege de inrichting.