Volgens Paay handelde Vlemmix onrechtmatig tegenover haar. Hij maakte via de media zijn voornemen bekend een sekspop te produceren en op de markt te brengen die sterk op Paay lijkt en vrijwel dezelfde naam zou hebben. Dit deed hij volgens Paay op een gevoelig moment, namelijk toen het Openbaar Ministerie bekend maakte dat het zou overgaan tot vervolging van een website die seksueel getint videomateriaal van haar zou hebben verspreid (de ‘plassekszaak’). Hierdoor kwam de nieuwsgaring rond Paay, die net was geluwd, weer op gang. Vlemmix zou daarmee haar eer en goede naam hebben aangetast.
Vlemmix stelt dat zijn voornemen slechts bij een idee is gebleven. Bovendien zou hij de media nooit hebben gemeld dat Paay bij zijn idee betrokken was geweest of dat hij contact met haar had gehad. Na de sommatie van Paay’s advocaat gaf hij onder meer aan dat hij de pop niet op de markt zou brengen. Hij nam aan dat hiermee de zaak was afgedaan. Vlemmix betwist verder dat hij de eer en goede naam van Paay heeft aangetast. Door de ‘plassekszaak’ en door het zelf naar buiten brengen van publicaties over haar seksleven, was er immers geen sprake meer van een goede naam. Hij weigert daarom een schadevergoeding te betalen, excuses aan te bieden en in de landelijke media een verklaring te geven.