De gemeenten stellen dat zij schade hebben geleden door de uitstoot naar de lucht van PFOA en GenX-stoffen (PFAS-soorten) vanuit de fabriek van Chemours in Dordrecht. Zij vorderen schadevergoeding, onder meer omdat hun eigen percelen zijn verontreinigd.
Het gaat hier niet om een strafzaak, niet om lozingen rechtstreeks in de bodem of op het water en ook niet over de mogelijke schade van omwonenden van de fabriek van Chemours.
In dit tussenvonnis wordt rekening gehouden met de verschillen in schadelijkheid tussen PFOA en GenX-stoffen. Verder wordt over de verschillende periodes waarin is uitgestoten apart een oordeel gegeven.
De kennis over de stoffen en diverse andere aspecten van de situatie zijn veranderd in de loop van de zeer lange periode waarover de procedure gaat en daarmee moet rekening gehouden worden. Eerder was door de rechtbank al beslist dat er geen sprake is van verjaring.