De rechtbank past voor de 22-jarige verdachte het jeugdstrafrecht toe. Uit het rapport van de reclassering blijkt dat de verdachte nog thuis woont bij zijn ouders, jonger overkomt dan zijn kalenderleeftijd, moeite heeft om de gevolgen van zijn keuzes te overzien, beïnvloedbaar is, moeite heeft om zijn leven te structureren waarbij hij voor hulp leunt op zijn oudere zus en het wijkteam en dat vermoed kan worden dat er sprake is van een licht verstandelijke beperking. De man wordt veroordeeld voor de wederrechtelijke vrijheidsberoving van twee personen. Voor de overval zelf en de poging tot afpersen wordt hij vrijgesproken, omdat hij pas in de woning kwam nadat deze feiten waren gepleegd. Hij is ook niet betrokken geweest bij de geweldshandelingen gepleegd door de medeverdachten.
Ook de 18-jarige verdachte kwam pas nadat de overval was begonnen de woning binnen. Hij heeft echter ook actief meegedaan aan de voorbereiding van de overval met enkele andere medeverdachten. Daarnaast heeft hij gedurende overval gezien dat medeverdachten geweld hebben gebruikt en heeft hij zelf bedreigingen geuit. De verdachte heeft weliswaar in woord spijt betuigd, maar de rechtbank ziet bij hem geen daadwerkelijk berouw. De verdachte lijkt, zoals hij dat eerder deed tegenover de politie, zich beter voor te doen teneinde een passende straf te ontlopen. Ook bij deze 18-jarige verdachte wordt het jeugdstrafrecht toegepast. De man wordt tot 18 maanden jeugddetentie, waarvan zes maanden voorwaardelijk veroordeeld.
De andere verdachten van deze overval komen op een later moment voor de rechter.