De verdachte wordt ten laste gelegd dat hij in de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2016 in Syrië heeft deelgenomen aan een terroristische organisatie, te weten Ahrar al-Sham. Door het gerechtshof Den Haag is Ahrar al-Sham in de periode van 1 juli 2013 tot en met 31 december 2015 aangemerkt als terroristische organisatie vanwege het gewapende verzet tegen het regime-Assad en het geweld tegen burgers.
De verdachte heeft verklaard dat hij heeft wachtgelopen in zijn woonplaats in Syrië. Zijn stad werd door het regime gebombardeerd met bomvaten en familieleden raakten gewond of verloren het leven. Hij is met zijn familie binnen Syrië op de vlucht geslagen voor het geweld. Naar eigen zeggen heeft de verdachte geen enkel schot gelost in de strijd. In het dossier is daar ook geen bewijs voor te vinden en ook is niet af te leiden dat de verdachte de ideologie van Ahrar al-Sham steunt en uitdraagt.
Terroristisch oogmerk
De rechtbank acht bewezen dat het wachtlopen in 2015 was en dat de groep waartoe hij behoorde werd georganiseerd en met wapens gefaciliteerd door Ahrar al-Sham. Hij heeft zich op zijn Facebookaccount ook voorgedaan als (voormalig) soldaat van Ahrar al-Sham. Hoewel Ahrar al-Sham is aan te merken als een terroristische organisatie, betekent dat nog niet dat elke deelname aan Ahrar al-Sham ook een strafbare deelneming is. Deelname aan een terroristische organisatie wordt strafbaar als de gedraging ondersteunt aan en rechtstreeks verband houdt met de verwezenlijking van het terroristische oogmerk.