De rechtbank acht bewezen dat de verdachten via de illegale marktplaats Hansa Market grote hoeveelheden drugs verhandelden. Via deze “darkmarket” konden onder andere xtc, cocaïne, LSD en ketamine worden besteld. De bestellingen werden met cryptomunten betaald en via de post verzonden over de hele wereld.

In veel gevallen werden de drugs verstopt in computerspellen en make-up doosjes. Hansa Market had afnemers in Nederland en ver daarbuiten. De verdachten verkochten verreweg de meeste drugs in het buitenland.

Bij het bepalen van de hoogte van de straf heeft de rechtbank er ook rekening mee gehouden dat er bij de verdachten vuurwapens en munitie zijn aangetroffen. Daarnaast zijn er flinke bedragen crimineel geld witgewassen.

Zonder dat de verdachten dat hebben gemerkt is hun online marktplaats Hansa Market door een speciale tech-unit van de politie overgenomen. Op die manier heeft de politie veel bewijzen tegen de verdachten kunnen verzamelen. De verdediging heeft aangevoerd dat door deze ‘infiltratie’ strafbare feiten door de politie zijn uitgelokt en drugshandel is gefaciliteerd.

Het OM zou daarom - volgens de verdediging - niet-ontvankelijk in de vervolging van de verdachten moeten worden verklaard. De rechtbank gaat hier niet in mee. De infiltratieactie voldoet naar het oordeel van de rechtbank aan de wettelijke vereisten die daarvoor gelden. Daarnaast geeft het proces-verbaal van de politie voldoende inzicht in de werkwijze van de tech-unit. Infiltratie was dringend vereist.

Het enkel in beslag nemen van servers van illegale marktplaatsen heeft eerder enkel geleid tot verplaatsing van de handel. Daarbij vindt de rechtbank het bestrijden van deze vrij nieuwe vorm van internationale online handel in drugs van groot belang.