Laden...

Uitspraken in beroepen in zaak 'Executieveilingen'

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Rotterdam > Nieuws > Uitspraken in beroepen in zaak 'Executieveilingen'
Rotterdam, 07 april 2016

Op 7 april 2016 heeft de rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in 51 beroepen van personen c.q. bedrijven die in het kader van een onderzoek door de Autoriteit Consument en Markt (ACM), naar het zogenaamde 'executieveilingenkartel' in januari 2013 in de 2e en 3e tranche zijn beboet.

De uitspraak van de rechtbank is dat ACM in deze zaak voldoende bewijs heeft vergaard dat de conclusie kan dragen dat handelaren zich op executieveilingen in de periode van 2000 tot en met 2009 zo hebben gedragen dat dit een schending van het kartelverbod van artikel 6 van de Mededingingswet oplevert.

Waar handelaren de betrokkenheid bij een of meerdere specifieke panden hebben betwist, heeft de rechtbank het bewijs daarvoor in beroep beoordeeld.

ACM was bevoegd om voor de schending van het kartelverbod aan de thans in beroep gekomen handelaren een boete op te leggen. De door ACM gemaakte keuze voor de boetegrondslag acht de rechtbank niet in strijd met de wet en ook niet onredelijk.

De rechtbank is daarnaast van oordeel dat ACM in de leeftijd en/of gezondheid van de handelaren dan wel in de gestelde media-aandacht geen aanleiding heeft hoeven zien om de boete te matigen. Wel acht de rechtbank een matiging van de boete met 10% op zijn plaats vanwege het feit dat de handelaren privé dan wel zakelijk behoorlijk financiële gevolgen hebben ondervonden van de tegen hen genomen besluiten, vooral door (de aankondiging van) het beëindigen van de bancaire relaties door de bank.

Daarnaast geldt dat wegens overschrijding van de redelijke termijn de boetes worden verlaagd met 10% tot een maximum van 10.000 euro(voor handelaren die in de 2e tranche zijn beboet) dan wel 5% tot een maximum van 5.000 euro  (voor handelaren die in de 3e tranche zijn beboet).

De rechtbank stelt de boetes in alle gevallen vast op een lager bedrag.

Uitspraken