Laden...

Vragen en antwoorden over voortvluchtige drugscrimineel

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Rotterdam > Nieuws > Vragen en antwoorden over voortvluchtige drugscrimineel
Rotterdam, 26 april 2017

Vanmorgen werd bekend dat een drugscrimineel die door de rechtbank Rotterdam in december 2016 is veroordeeld tot 12 jaar cel, voortvluchtig is. 5 vragen en antwoorden over deze zaak.

Waar is de drugscrimineel voor veroordeeld?

Voor het leiding geven aan een criminele organisatie die zich bezig hield met de invoer van een grote hoeveelheid cocaïne vanuit Zuid-Amerika naar Nederland. Verder maakte hij zich schuldig aan fraude door valsheid in geschrifte te plegen en het witwassen van geld. Ook was hij in het bezit van valse identiteitspapieren en een vuurwapen. Zie voor meer informatie de uitspraak.

Hoe kan het dat hij niet in voorlopige hechtenis zat?

Rechtszaken duren soms lang. Deze verdachte zat sinds 24 juni 2014 in voorlopige hechtenis. Verdachten hebben het recht om, in afwachting van de uitspraak in de rechtszaak, te vragen om de schorsing van de voorlopige hechtenis. Mensen zijn pas schuldig als de rechter uitspraak heeft gedaan. De rechtbank heeft in dit geval op grond van persoonlijke omstandigheden de voorlopige hechtenis geschorst in mei 2015. Ten aanzien van de verdachte liep dus wel degelijk nog een bevel voorlopige hechtenis, maar tot aan de behandeling van de zaak op zitting hoefde hij niet langer in het huis van bewaring te blijven.

Zo'n schorsing, zitten daar nog voorwaarden aan?

Ja, daar zitten allemaal voorwaarden aan. Behalve algemene voorwaarden die voor iedereen gelden bij de schorsing van voorlopige hechtenis, kreeg deze verdachte 2 specifieke voorwaarden opgelegd: het betalen van een borgsom van 500 duizend euro en het dragen van een enkelband.

Meer algemene informatie over de schorsing van voorlopige hechtenis.

Had de rechtbank de schorsing van de voorlopige hechtenis niet moeten opheffen, toen duidelijk werd dat de verdachte een forse straf zou krijgen?

De rechtbank heeft hiervoor geen aanleiding gezien. Tijdens de behandeling van zijn zaak was de verdachte steeds aanwezig. Er was geen aanleiding om aan te nemen dat de verdachte van plan was zijn enkelband door te knippen en op de vlucht te slaan. Voor het in de gaten houden of een verdachte zich aan de voorwaarden van de schorsing van de voorlopige hechtenis houdt, is de rechtbank niet verantwoordelijk.

Kan je, achteraf gezien, stellen dat de rechtbank hier een verkeerde inschatting heeft gemaakt?

Dat is moeilijk te zeggen. Nederland is door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens een paar keer op z'n vingers getikt omdat er te makkelijk mensen in voorlopige hechtenis worden gezet. Steeds moet in het oog worden gehouden dat iemand in afwachting van de zitting in beginsel het recht heeft om op vrije voeten te blijven. Rechters moeten bij een verzoek om de voorlopige hechtenis te schorsen, dit belang afwegen tegen het belang van het Openbaar Ministerie om de verdachte in voorlopige hechtenis te houden. Ook speelt de inschatting hoe groot de kans is dat iemand schuldig zal worden verklaard en hoe hoog de eventuele straf zal uitvallen, een rol. De voorlopige hechtenis mag natuurlijk niet langer duren dan de straf. Voor een rechter is dit soms moeilijk in te schatten. Hij moet dit op een moment doen dat de behandeling van de zaak nog bezig is.

Uitspraken