De Nederlandse Hoge Raad oordeelde eerder dat de rechtbank er op moet vertrouwen dat als het land waarheen de man wordt uitgeleverd het Europese mensenrechtenverdrag heeft ondertekend, het land zich ook aan dat verdrag zal houden. Oekraïne heeft dat verdrag ondertekend. Het is verder aan de Minister van Justitie en Veiligheid om te bekijken of er ondanks de ondertekening van het verdrag gevaar is voor schending van mensenrechten. Dat is alleen anders als er gevaar is dat de mensenrechten in ernstige mate zullen worden geschonden in het land waarheen de man wordt uitgeleverd én de rechters in dat land die schendingen niet zullen herstellen. Dan kan de rechtbank de uitlevering ontoelaatbaar verklaren.
De raadsvrouw van de 37-jarige Oekraïner wees er tijdens de zitting al op dat in heel Oekraïne luchtaanvallen plaatsvinden en dat deze de laatste maanden in intensiteit toenemen. De raadsvrouw haalde aan dat er in juli 2025 een gevangenis in de regio Zaporizja is geraakt waarbij zestien gedetineerden om het leven zouden zijn gekomen. Ook in andere delen van het land vinden dagelijks bombardementen plaats, waarbij doden vallen.
Een plaatsing in een gevangenis is het westen van Oekraïne, zoals de Oekraïense autoriteiten hebben beloofd, is dus geen vrijwaring voor het gevaar dat de bombardementen opleveren. Daarbij komt dat er in gevangenissen en rechtbanken nauwelijks schuilkelders aanwezig zijn.
De zorg voor de gevangen leidt erg onder de oorlog. Er is een tekort aan van alles en veel gevangen uit de bezette gebieden zijn elders in het land in gevangenissen onder gebracht. Dat levert een groot gevaar op voor onmenselijke behandeling van de door Oekraïne opgeëiste man.