Laden...

Adolescentenstrafrecht

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtsgebieden > Strafrecht > Adolescentenstrafrecht

Waarom adolescentenstrafrecht?

Jongeren van 16 tot 23 jaar hebben een belangrijk aandeel in de criminaliteit. De beste strafrechtelijke aanpak verschilt per verdachte. Dit heeft onder andere te maken met het ontwikkelingsniveau van de jongere. 

Het is belangrijk om aan jongeren een straf op te leggen en begeleiding of behandeling te bieden die voor een positieve gedragsverandering kunnen zorgen. Voor de jongere zelf en zeker ook voor de samenleving om zo de kans op herhaling te beperken. 

De Wet adolescentenstrafrecht geeft rechters en instanties, zoals de Raad voor de Kinderbescherming en de (jeugd)reclassering, meer mogelijkheden om maatwerk te bieden.

Uitgangspunten jongeren 16 tot 23 jaar

In het algemeen geldt binnen het strafrecht als uitgangspunt:

  • jongeren die 16 of 17 jaar waren toen het feit werd gepleegd, vallen onder het jeugdstrafrecht en krijgen een jeugdstraf of -maatregel opgelegd.

    In het jeugdstrafrecht staat het belang van de jongere centraal en ligt de nadruk op een opvoedkundige aanpak. Zolang de hersenen zich nog ontwikkelen, kan de ontwikkeling nog maximaal worden beïnvloed. Door die ontwikkeling op een positieve manier te beïnvloeden, wordt de kans op herhaling zo klein mogelijk.

  • jongeren die 18 tot 23 jaar waren toen het feit werd gepleegd, vallen onder het volwassenenstrafrecht en krijgen een volwassenenstraf of -maatregel opgelegd. In het volwassenenstrafrecht ligt de nadruk meer op vergelding en veel minder op de positieve beïnvloeding van de ontwikkeling.

De rechter kan besluiten hiervan af te wijken

De rechter kan besluiten om van deze uitgangspunten af te wijken. Zo heeft de rechter de mogelijkheid om maatwerk te leveren en een straf of maatregel op te leggen die het beste past bij de verdachte.

De hersenen van (jonge) mensen zijn meestal pas volledig ontwikkeld wanneer zij ongeveer 24 jaar oud zijn. Niet iedereen ontwikkelt zich op dezelfde manier of met dezelfde snelheid. En niet bij iedereen past daarom dezelfde straf of maatregel. Een rechter houdt rekening met de verdachte en zijn ontwikkelingsniveau en legt een straf op die daar het best bij past. 

>Alles uitklappen
  • De rechter kan een jeugdstraf opleggen aan jongeren die 18 tot 23 jaar waren op het moment dat zij een strafbaar feit pleegden. De rechter kijkt voor zijn beslissing naar deze factoren:

    • de persoonlijkheid van de verdachte
    • de (bijzondere) omstandigheden van het strafbare feit

    Voorbeeld
    Je zou kunnen denken aan een verdachte die net 18 (en nog in ontwikkeling) was op het moment van het feit. Voor deze verdachte kunnen een opvoedkundige aanpak en jeugdhulp nog heel geschikt zijn om de ontwikkeling op een positieve manier te beïnvloeden. Als dat zo is, zal het jeugdstrafrecht passender zijn.

  • De rechter kan het volwassenenstrafrecht toepassen bij jongeren die 16 tot 18 jaar waren op het moment dat zij een strafbaar feit pleegden. De rechter kijkt voor zijn beslissing naar deze factoren:

    • de ernst van het strafbare feit
    • de persoonlijkheid van verdachte
    • de omstandigheden van het strafbare feit

    De rechter past alleen in zeer uitzonderlijke gevallen het volwassenenstrafrecht toe op verdachten die minderjarig waren tijdens het feit. Dat is omdat opvoedkundige beïnvloeding en positieve bijsturing bij deze verdachten in de meeste gevallen mogelijk zijn.

    Voorbeeld
    Je kunt denken aan een verdachte die 17 was tijdens een heel ernstig feit en die al veel vaker met justitie in aanraking is gekomen. Bij deze verdachte kan eerder al veel jeugdhulp ingezet zijn, zonder dat dat het gewenste resultaat had. Als dat zo is en het niet te verwachten is dat jeugdhulp nog iets gaat opleveren, dan kan een volwassenenstraf- of maatregel soms passend zijn.

  • Rol van de officier van justitie

    De officier van justitie kan op de zitting een straf of maatregel vragen met toepassing van het jeugdstrafrecht (voor verdachten tot 23 jaar) of het volwassenenstrafrecht (voor verdachten vanaf 16 jaar).

    Voor verdachten van 18 tot 23 jaar geldt dat de officier van justitie zo vroeg mogelijk in het strafproces kijkt of er aanleiding is om verder onderzoek en advies te vragen over de toepassing van het jeugdstrafrecht. De officier van justitie:

    • vraagt hiervoor advies aan de reclassering (die vervolgens advies kan inwinnen bij de Raad voor de Kinderbescherming), en
    • kan advies vragen aan het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) over de persoonlijkheid van verdachte en het wel of niet toepassen van het jeugdstrafrecht

    Wanneer de officier van justitie van mening is dat het jeugdstrafrecht toegepast moet worden, laat hij dit weten aan de verdachte. In dat geval kan de verdachte tijdens zijn voorarrest worden geplaatst in een justitiële jeugdinrichting (JJI) in plaats van in een huis van bewaring. De officier van justitie kan op elk moment in het proces van mening veranderen.

    De rechter beslist
    Het is uiteindelijk aan de rechter om te beslissen over het wel of niet toepassen van het jeugdstrafrecht of het volwassenenstrafrecht. Dit beslist hij bij de strafoplegging in zijn einduitspraak.

 

Heeft u een vraag?

Voor meer informatie of hulp, bezoek de contactpagina. Daar vindt u antwoorden op veelgestelde vragen en informatie over hoe u ons kunt bereiken.