In de onderstaande checklist ziet u wat u in de tussentijdse evaluatie moet vermelden. De betrokkene is de persoon voor wie er bewind en/of mentorschap of curatele is.
Contact
- Het aantal keren dat u de betrokkene ziet of spreekt; geef aan of dit per week, maand of jaar is.
- Hoe het contact tussen u en de betrokkene is, bijvoorbeeld de sfeer en de mogelijkheid om afspraken te maken.
- Als er een tweede bewindvoerder, mentor of curator is: hoe het contact tussen u beiden is.
Situatie van de betrokkene
- De reden (situatie van de betrokkene) voor het starten van het bewind, het mentorschap of de curatele.
- Hoe de situatie van de betrokkene nu is ten opzichte van de start van het bewind, het mentorschap of de curatele.
- Hoe uw verwachting is dat de situatie van de betrokkene verbetert, hetzelfde blijft of verslechtert.
- Of (en zo ja, in welke mate) de betrokkene op termijn zelf weer beslissingen over geldzaken en/of persoonlijke zorg kan nemen.
- Hoe passend het bewind, het mentorschap of de curatele is en of het moet worden voortgezet.
Handtekening
De volgende mensen moeten de tussentijdse evaluatie ondertekenen:
- uzelf, en
- de betrokkene als hij ook in staat is de rekening en verantwoording te beoordelen en ondertekenen, en
- de tweede curator, bewindvoerder en/of mentor als die er is.