In de zaken waar het om draaide hadden inwoners (de 'aanvragers') bij de gemeente huishoudelijke hulp aangevraagd. Zij vonden dat er te weinig hulp was toegekend en waren daarom een procedure begonnen. Later hadden zij - voor de toekomst - alsnog de gewenste hoeveelheid hulp gekregen. De vraag was toen wat de aanvragers met de procedure nog wilden bereiken. Toekenning van meer hulp over de achterliggende periode kon niet meer en voor de toekomst hadden zij gekregen wat zij wilden.
Wat de aanvragers wilden met deze procedure (juridisch gezegd: hun procesbelang) was een vergoeding van de kosten van hun bezwaar. Als zou blijken dat er ten onrechte minder hulp was toegekend over de achterliggende periode, dan zouden zij de kosten van bezwaar (ongeveer € 1.250,-) namelijk vergoed krijgen van de gemeente.