Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft vandaag uitspraak gedaan in het hoger beroep van het Britse uitzendbureau Mecra (voorheen Rimec) tegen (onder meer) het Technisch Bureau voor de Bouwnijverheid, de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid, FNV en Bouwend Nederland, de Vereniging van bedrijven in de sectoren Bouw en Infrastructuur. Mecra heeft in het verleden Poolse en Portugese werknemers ter beschikking gesteld ten behoeve van de ondertunneling van de A-2 in Maastricht. In de met deze werknemers gesloten arbeidsovereenkomsten is bepaald dat Engels, respectievelijk Portugees recht van toepassing is. Dit betekent in dit geval echter niet dat deze werknemers de bescherming verliezen, die zij genieten op grond van bepalingen van Nederlands recht, waarvan niet bij overeenkomst mag worden afgeweken. Daaronder vallen ook een aantal bepalingen uit een (algemeen verbindend verklaarde) CAO. Mecra dient deze bepalingen ook toe te passen in de verhouding tot werknemers, die niet bij haar, maar bij een ander uitzendbureau in dienst waren. De rechtbank kwam tot hetzelfde oordeel en de tegen dat oordeel gerichte grieven gaan niet op.