Laden...

Brits uitzendbureau Mecra moet voor in NL werkzame buitenlandse uitzendkrachten NL dwingendrechtelijke bepalingen toepassen

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksGerechtshof Arnhem-Leeuwarden > Nieuws > Brits uitzendbureau Mecra moet voor in NL werkzame buitenlandse uitzendkrachten NL dwingendrechtelijke bepalingen toepassen
Arnhem, 27 februari 2018

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft vandaag uitspraak gedaan in het hoger beroep van het Britse uitzendbureau Mecra (voorheen Rimec) tegen (onder meer) het Technisch Bureau voor de Bouwnijverheid, de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid, FNV en Bouwend Nederland, de Vereniging van bedrijven in de sectoren Bouw en Infrastructuur. Mecra heeft in het verleden Poolse en Portugese werknemers ter beschikking gesteld ten behoeve van de ondertunneling van de A-2 in Maastricht. In de met deze werknemers gesloten arbeidsovereenkomsten is bepaald dat Engels, respectievelijk Portugees recht van toepassing is. Dit betekent in dit geval echter niet dat deze werknemers de bescherming verliezen, die zij genieten op grond van bepalingen van Nederlands recht, waarvan niet bij overeenkomst mag worden afgeweken. Daaronder vallen ook een aantal bepalingen uit een (algemeen verbindend verklaarde) CAO. Mecra dient deze bepalingen ook toe te passen in de verhouding tot werknemers, die niet bij haar, maar bij een ander uitzendbureau in dienst waren. De rechtbank kwam tot hetzelfde oordeel en de tegen dat oordeel gerichte grieven gaan niet op.

Mecra is niet gehouden aan de ter beschikking gestelde buitenlandse werknemers kosten van voeding en huisvesting en reiskosten naar hun thuisland te voldoen

Een van de geschilpunten was de vraag of Mecra gehouden was de door haar ter beschikking gestelde werknemers (gratis) onderdak en voeding te verstrekken en reiskosten naar de woning in hun thuisland te voldoen. Naar het oordeel van het hof moet het begrip “woning” in de CAO Bouwnijverheid niet zo worden uitgelegd dat daarmee wordt bedoeld de woning in het thuisland van de desbetreffende werknemer. Het gaat om de woning, waar de werknemer gedurende de tijd dat hij de werkzaamheden uitvoert, feitelijk verblijft. Nu de rechtbank op dit punt anders heeft geoordeeld, zal die beslissing worden vernietigd.

De verantwoordelijkheid van Mecra jegens de door haar ter beschikking gestelde werknemers geldt niet voor pensioenpremies

Naar het oordeel van het hof handelt Mecra niet onrechtmatig door geen pensioenpremies af te dragen voor werknemers die niet bij haar, maar bij een ander uitzendbureau in dienst zijn. Ook heeft zij zich niet ongerechtvaardigd verrijkt. Het bedrijfspensioenfonds maakt aanspraak op premiebetaling op grond van het Uitvoeringsreglement Bouwnijverheid. Niet is komen vast te staan dat dit reglement ook van toepassing is op de uitzendbureaus, waar deze werknemers in dienst waren. Ook op dit punt komt het hof tot een ander oordeel dan de rechtbank, zodat de beslissing van de rechtbank niet in stand kan blijven. Nu het door de rechtbank toegewezen bedrag ook de premies omvat voor de niet bij Mecra in dienst zijnde werknemers, moet een nieuwe berekening worden overgelegd, waarbij rekening wordt gehouden met de beslissing van het hof. Het Bedrijfspensioenfonds wordt in de gelegenheid gesteld een berekening in het geding te brengen.

Mecra is aan het Technisch Bureau voor de Bouwnijverheid schadevergoeding verschuldigd

Het Technisch Bureau voor de Bouwnijverheid maakt aanspraak op schadevergoeding, nu Mecra de bepalingen van de CAO niet is nagekomen. Het reglement, waarop deze vordering is gebaseerd, is algemeen verbindend verklaard. Het hof oordeelt, anders dan de rechtbank, dat Mecra wel schadevergoeding dient te betalen, maar niet het hele gevorderde bedrag, nu de in het reglement genoemde Commissie Naleving het een maximum heeft gesteld aan het verschuldigde bedrag.

De slotsom

De slotsom is dat eerst moet worden bepaald welk bedrag Mecra aan pensioenpremies dient te voldoen. Het bedrijfspensioenfonds zal daarvoor een berekening in het geding moeten brengen. Mecra zal hierop mogen reageren. In het daarna te wijzen eindarrest zal hierover worden beslist. Rekening houdende met de andere in de overwegingen van dit arrest genomen beslissingen zal het vonnis van de rechtbank dan deels worden bekrachtigd en deels worden vernietigd.

Uitspraken