De rechtbank had verdachte voor doodslag veroordeeld en hem een gevangenisstraf van zes jaar en een rijontzegging voor de duur van tien jaar opgelegd. Het hof komt in hoger beroep niet tot een bewezenverklaring van doodslag, maar wel tot een bewezenverklaring van dood door schuld in de vorm van roekeloosheid.
Anders dan de rechtbank en de advocaat-generaal, oordeelt het hof dat verdachte niet opzettelijk de dodelijke aanrijding heeft veroorzaakt. Dat is uit zijn gedragingen niet op te maken. Het veel te hard rijden (en versnellen) op een drukke, onoverzichtelijke weg, waardoor hij niet kan anticiperen op verkeersgedrag van anderen, is daarvoor onvoldoende.
Het hof heeft wel bewezenverklaard dat verdachte schuldig is aan de dood van de fietser door zijn roekeloze rijgedrag. Verdachte heeft veel en veel te hard gereden op een weg waar 50 kilometer per uur het maximum is. Er komen meerdere in- en uitritten op deze weg uit en langs de weg staat een groot geel bord met een gele knipperbol en de tekst “Geef invoegende bewoners de ruimte”.
Door toch zo veel te hard te rijden op deze weg en daarbij flink te accelereren heeft verdachte geen rekening gehouden met andere verkeersdeelnemers en daarmee onaanvaardbare risico’s genomen. Hij heeft daarmee groot gevaar gecreëerd voor andere verkeersdeelnemers. Dat maakt zijn gedrag zó onvoorzichtig dat het hof vindt dat dit roekeloos moet worden genoemd. Roekeloos geeft in het strafrecht de zwaarste vorm van verwijtbaar handelen (schuld) aan.