- Algemene informatie, doelen en voorbereiding van de comparitie na aanbrengen
- De selectie en de organisatorische gang van zaken
- De zitting
1. Algemene informatie, doelen en voordelen van de comparitie na
aanbrengen
Sinds een aantal jaren kennen de gerechtshoven Arnhem en Leeuwarden de comparitie na aanbrengen.
Het doel van de comparitie na aanbrengen is het beproeven van een minnelijke regeling. Deze kan ook betrekking hebben op een deel van het geschil. Daarnaast kan de zitting worden benut om al in een vroeg stadium van de procedure het geschil af te bakenen, inlichtingen in te winnen en/of de mogelijkheden van mediation te bezien. Ten slotte kan de zitting worden benut om het verdere procesverloop te bespreken, bijvoorbeeld op het punt van de bewijsvoering of rapportage door deskundigen.
In de meeste gevallen heeft de rechtbank tijdens een comparitie na antwoord reeds een minnelijke regeling onderzocht. Toch blijkt uit de praktijk dat dit, gelet op de hiervoor genoemde doelstellingen van de comparitie na aanbrengen bij het hof, daaraan niet de zin ontneemt. Juist omdat partijen al een (soms jarenlang durend) geschil bij de rechtbank hebben uitgevochten, kan zo’n comparitie een (procedureel) bezinningsmoment zijn om al dan niet verder te gaan met de procedure. Een procedure in hoger beroep gaat meestal ook vele maanden duren.
Uitgangspunt is dat de comparitie plaatsvindt kort ná het aanbrengen van de zaak en vóór het nemen van de memorie van grieven.
Compareren na aanbrengen kan de volgende mogelijke voordelen voor partijen hebben:
- een (snelle) oplossing van (een deel van) het geschil;
- instructie van de zaak in een vroeg stadium van de procedure en dus tijdsbesparing;
- een (aanzienlijke) kostenbesparing voor partijen.
2. De selectie en de organisatorische gang van zaken
Bij het aanbrengen van de zaak is het van belang de originele appeldagvaarding alsmede een kopie van de dagvaarding in eerste aanleg, het vonnis waarvan beroep en eventuele tussenvonnissen over te leggen.
Indien deze ontbreken, kan een zaak soms niet worden beoordeeld op geschiktheid voor een comparitie na aanbrengen. De griffie kan alsnog verzoeken deze stukken over te leggen.
Het hof beoordeelt in elke individuele zaak of deze geschikt is voor een comparitie na aanbrengen. Zowel reguliere als kortgeding zaken komen in aanmerking. Criterium is of de zaak zich leent voor het beproeven van een minnelijke regeling of voor instructie van de zaak, zoals een (voorlopig) getuigenverhoor of deskundigenbericht.
Indien een zaak voor een comparitie na aanbrengen wordt geselecteerd, zal op de dag van introductie via het roljournaal gevraagd worden om twee weken later opgave te doen van verhinderdata voor een comparitie na aanbrengen. De advocaat van appellant zal dan tevens het volledige procesdossier van de eerste aanleg -inclusief de producties- in kopie dienen over te leggen.
Na opgave van verhinderdata zal via het roljournaal mededeling worden gedaan over de termijn waarop het arrest wordt gewezen waarin de comparitie wordt bepaald (en waarin de comparitiedatum en de benoemde raadsheer-commissaris zijn vermeld).
Het roljournaal zal naast die termijn ook de beoogde comparitiedatum vermelden, zodat de advocaten die dag alvast kunnen reserveren in afwachting van het arrest.
Het hof zal, gelet op art. 127a lid 1 en art. 128 lid 2 Rv, pas arrest kunnen wijzen nadat is vastgesteld dat partijen het griffierecht hebben betaald.
Het hof streeft er naar binnen drie maanden na aanbrengen een zitting te bepalen. Alleen als partijen de raadsheer commissaris eenparig gemotiveerd verzoeken om van de comparitie af te zien, zal deze geen doorgang vinden en zal een nieuwe roldatum worden bepaald voor memorie van grieven.
Als een partij bij gelegenheid van de comparitie na aanbrengen producties in het geding wil brengen, moet deze ervoor zorgen dat de raadsheer-commissaris en de wederpartij uiterlijk twee weken voor de dag van de zitting deze producties hebben ontvangen.
3. De zitting
Voor de comparitie na aanbrengen wordt twee uur uitgetrokken. De comparitie vindt plaats onder leiding van de raadsheer-commissaris. Belangrijk is dat de partijen in persoon ter zitting aanwezig zijn. Het is verder van groot belang dat de advocaten van partijen niet alleen zichzelf, maar ook hun cliënten goed voorbereiden op hetgeen zij bij de comparitie kunnen verwachten, nu ook aan partijen zelf vragen zullen worden gesteld.
De aard van deze comparitie, die plaatsvindt voordat appellant grieven heeft geformuleerd, brengt mee dat door de advocaten in beginsel niet kan worden gepleit en dat geen omvangrijke stukken in het geding kunnen worden gebracht.
Als partijen tot een minnelijke regeling komen, wordt deze in een proces-verbaal vastgelegd en wordt de zaak doorgehaald. Het proces-verbaal heeft voor wat betreft de gemaakte afspraken executoriale kracht.
Komen partijen niet tot een minnelijke regeling en besluiten partijen verder te procederen, dan wordt de zaak verwezen naar de rol voor het nemen van een memorie van grieven. Er wordt in dat geval meestal wel een kort proces-verbaal opgemaakt.
Er kunnen afspraken worden gemaakt over het verdere verloop van de procedure, bijvoorbeeld over het horen van een belangrijke getuige, het inwinnen van een (nieuw) deskundigenbericht of verkorting van termijnen.