Het gaat in deze zaken om 2 vreemdelingen, beiden afkomstig uit Syrië. Zij hebben eerst in Duitsland een verzoek om internationale bescherming ingediend. De staatssecretaris heeft hun asielverzoek om die reden niet in behandeling genomen. Volgens de staatssecretaris volgt uit de Dublinverordening namelijk dat Duitsland - het land waar zij het eerst het verzoek hebben gedaan - verantwoordelijk is voor behandeling daarvan. Maar de vreemdelingen vinden dat Nederland verantwoordelijk is voor de inhoudelijke beoordeling van hun asielverzoek, omdat hun echtgenoten in Nederland verblijven en daar internationale bescherming genieten. Zij doen daarbij specifiek een beroep op artikel 9 van de Dublinverordening, dat gaat over de behandeling van een verzoek om internationale bescherming.