Laden...

Brede politieke steun voor vereenvoudiging en digitalisering procedures

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRaad voor de rechtspraak > Nieuws > Brede politieke steun voor vereenvoudiging en digitalisering procedures
Den Haag, 20 mei 2015

Het wetsvoorstel dat digitaal procederen mogelijk maakt, kan op brede politieke steun rekenen. Dat werd gisteravond duidelijk tijdens het debat van de Tweede Kamer met minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie.

De Kamerleden waren het zonder uitzondering met de minister eens dat digitalisering van rechtspraak onontkoombaar is en dat er een voldragen wetsvoorstel ligt. Eerder heeft ook de Raad voor de rechtspraak namens de rechtspraak in een wetgevingsadvies aangegeven tevreden te zijn over de wetgeving. Een belangrijk onderdeel van de digitalisering is ook het eenvoudiger maken van procedures.

Vragen

Op onderdelen waren er wel vragen over het wetsvoorstel aan de minister en de regeringscommissarissen Scheltema en Hammerstein. De twee laatstgenoemden stonden de minister terzijde voor het geval er technische vragen waren. De Kamerleden wilden weten hoe 'zeker' de ICT-systemen zijn en of er in back-ups is voorzien, hoe de privacy is geregeld, of er voldoende aandacht is voor de mensen op de griffies die hun baan verliezen door de digitalisering van werkprocessen, wat de gevolgen zijn als de termijnen worden overschreden als gevolg van een storing en of de systemen inderdaad pas worden ingevoerd als ze helemaal betrouwbaar zijn. De minister en de commissarissen konden deze vragen naar tevredenheid beantwoorden.

Invoeringsdatum

Langer stilgestaan werd er bij de financiën en invoeringsdatum van het digitaal procederen, dat onderdeel is van het moderniseringsprogramma Kwaliteit en Innovatie (KEI). De planning tot nu is dat de benodigde wetgeving (2 wetten en 2 invoeringswetten) vóór 1 juli door beide Kamers is. Met professionals als advocaten en Openbaar Ministerie is afgesproken dat er een gewenningsperiode van een half jaar is, zodat de nieuwe werkwijzen per 1 januari 2016 van start zouden kunnen gaan. Echter: de wetten voor 1 juli door beide Kamers loodsen, gaat de minister volgens de Kamerleden naar alle waarschijnlijkheid niet meer lukken. Hierdoor zou de invoeringsdatum van 1 januari 2016 - de huidige KEI-planning - ook niet worden gehaald. Minister Van der Steur trok deze conclusie niet, maar zei wel dat het zaak is dat de wetgeving zo snel mogelijk door het parlement wordt aangenomen. CDA-Kamerlid Oskam diende een motie in die het mogelijk maakt dat digitaal procederen al van start kan gaan 6 maanden nadat 3 van de 4 wetten door het parlement zijn.

Financiën

Ook de financiën werden gisteravond besproken. Iedere maand vertraging kost extra geld en de Kamerleden wilden van de minister weten hoe hij dit gaat oplossen, zeker gezien de krapte die er al is. De Rechtspraak beschikt nog over een reserve van 80 miljoen euro, 23 miljoen eigen vermogen en 57 miljoen staat op de egalisatierekening waarmee schommelingen in de werkvoorraden worden opgevangen. De minister zegde toe in gesprek te gaan met de Raad voor de rechtspraak als de financiën inderdaad tekort schieten. In dit verband zei hij ook dat de budgetonderhandelingen voor de periode vanaf 2016 nog lopen. Toch dienden Oskam en Van Nispen (SP) een motie in waarin wordt gesteld dat de minister eventuele extra kosten als gevolg van vertraging niet op de Rechtspraak mag afwentelen.

Stemming

Dinsdag 26 mei wordt er gestemd over het wetsvoorstel en de moties. Dan is er hopelijk ook meer duidelijkheid te geven over de planning.

Uitspraken