Hoe makkelijk een mens zich laat meeslepen door zijn oordelen, liet jurist/filosoof Herman Philipse zien. Hij onderwierp de zaal aan een aantal testjes, die een schijnbaar onredelijk gedachtenpatroon blootlegden. Daarna liet hij zien dat de filosofie, hersenwetenschap en de evolutieleer het ontstaan van die denkpatronen prima kunnen verklaren. Vervolgens ging Diederik Aben, advocaat-generaal bij de Hoge Raad, op zoek naar vooroordelen in het recht. Het strafproces geeft ongefundeerde aannames veel ruimte, concludeerde hij. Bijvoorbeeld als het gaat om ‘feiten van algemene bekendheid’, die verder niet bewezen hoeven te worden. Of ‘ernstige bezwaren’ tegen een verdachte, of de ‘rechterlijke overtuiging’.
Aben vindt overigens dat vooroordelen veel voordelen hebben, zolang ze niet uitmonden in schadelijke denkfouten. ‘Ze zijn tijdbesparend en maken de wereld overzichtelijk. Bovendien: wij leven nog. Dankzij onze schema’s en vuistregels zijn mensen een van de succesvolste wezens op de planeet.’