Voor het onderzoek zijn verschillende strafdossiers geanalyseerd op het gebruik van persoonsgegevens. Er werd gekeken wélke persoonsgegevens van slachtoffers voorkomen in een dossier, waar precies in het dossier en of deze persoonsgegevens altijd strafvorderlijk relevant zijn. Hieruit blijkt dat naast de strafvorderlijke, juridisch-inhoudelijk relevante, persoonsgegevens ook persoonsgegevens van slachtoffers worden genoteerd die geen praktische relevantie dienen.
Deze gegevens worden gebruikt om een slachtoffer gedurende het strafproces te kunnen bereiken, informeren of oproepen. Rechters waren er unaniem over dat ze in principe niet direct nodig zijn voor de rechter om een beslissing te nemen. Zij denken echter wel verschillend over het vervolgens onvermeld laten van deze gegevens in het dossier.