Verschillende rechtbanken en gerechtshoven hebben de afgelopen jaren nieuwe manieren uitgeprobeerd voor het behandelen van vechtscheidingen, waarvan de belangrijkste zijn verzameld in een
visiedocument. Die worden nu landelijk ingevoerd. ‘We werken bijvoorbeeld zoveel mogelijk met 1 rechter per scheiding’, zegt rechter Visser. ‘Die behandelt alle zaken, of het nou om alimentatie gaat, huisvesting of de verdeling van zorgtaken. Dat werkt heel goed. De rechter kent de situatie, kan afspraken maken met de ouders en ook zien of die worden nagekomen.’ Verder wordt gewerkt aan het organiseren van goede hulpverlening waar rechters naar kunnen doorverwijzen. ‘Die is nu heel versnipperd en in elke gemeente weer anders’, zegt Visser. ‘Wij proberen in overleg met gemeenten te komen tot 1 hulpaanbod, van licht naar zwaar, waar ouders en kinderen snel terecht kunnen. Als je dan ouders voor je krijgt die elkaar alleen maar zwart maken, kan je bijvoorbeeld de ouders doorverwijzen naar een bemiddelaar en de kinderen naar een lotgenotengroep.’ Rechters schakelen ook steeds vaker gedragsdeskundigen in die de belangen van het kind behartigen in een rechtszaak. ‘Al die ontwikkelingen worden ondersteund door het rapport van Rouvoet’, zegt Visser. ‘We gaan hier dus zeker mee door.’